Een groep acht van een basisschool had in korte tijd eerst een juf en daarna een meester weggepest. De derde leerkracht was een vrolijke man die het beste met de kinderen voor had. Maar hoe leuk de meester het ook maakte, de kinderen bleven vervelend. Blijkbaar hadden ze de smaak van het wegpesten goed te pakken .
Aan het eind van de ochtend zei de meester echter: `Blijkbaar willen jullie mij de klas uitpesten. Mij best, dan ga ik nu weg, zodat jullie met elkaar kunnen vergaderen over wat jullie willen. Morgen kom ik terug en dan hoor ik wel of jullie verder met mij willen of niet.'
Het effect? De klas bleef in totale verwarring achter Een aantal kinderen moest huilen van de stress. Ze overlegden en kochten die middag cadeautjes, die ze de volgende ochtend op het bureau van hun leerkracht legden. Of de nieuwe meester toch alsjeblieft wilde blijven? Aldus geschiedde. Hij bleef. En het pesten was verleden tijd.
Ik ben oké, jij bent een sukkel, pag. 164
A.W. Bruna Uitgeverij, 2011