Toen onze kinderen nog wat kleiner waren, waren vakanties altijd een crime. De een wilde dit, de ander wilde dat. Door het leeftijdsverschil was het een ontzettend gedoe om dingen te bedenken waar iedereen zich een beetje in kon voegen. Eind van het liedje was dat bijna niemand echt kon doen waar hij zin in had. En vader en moeder schoten er natuurlijk al helemaal bij in.
Op een gegeven moment bedachten we dat we wensenlijstjes zouden inleveren. En dat we met zijn allen zouden proberen dat iedereen zijn grootste verlangen voor die vakantie kon waarmaken. Tot onze verbazing kwamen daar dan niet alleen de dingen uit die we zelf al wel hadden bedacht, zoals een pretpark in de buurt, maar ook heel simpele dingen, zoals wat er 's avonds gegeten zou worden.
Op basis van deze verlanglijstjes maakten we dan voor iedereen één speciale dag. Die dag stond dan helemaal in het teken van één van de gezinsleden. Tot ons genoegen had het twee positieve effecten. Iedereen had zijn eigen speciale dag en (onverwachts bijeffect) iedereen bleek het ook heel leuk te vinden elkaar die dag te gunnen. We hadden een middel gevonden om elkaar blij te maken.
Dit omdenkverhaal is ook te vinden in Berthold Gunsters boek Huh?! de techniek van het omdenken.