Een nette damesmodezaak kreeg nieuwe buren: een tweedehands winkel. Toen mijn vader tijdens het wachten een praatje aanknoopte met de eigenaar, vroeg hij ernaar. "Hoe is dat voor jullie, zo`n tweedehands kledingwinkel? Hebben jullie er geen last van?" De eigenaar antwoordde eerlijk, dat hij er eerst niet zo blij mee was. Maar al snel bleek de tweedehands winkel juist goed te zijn voor de omzet.
De eigenaar vertelde: “Het eerste wat ik merkte, was dat door de tweedehands winkel meer en ook andere mensen bij ons in de straat kwamen. Als ze bij de buren niet slaagden, kwamen ze regelmatig alsnog bij ons naar binnen om hier wat te kopen. Dankzij de concurrent kreeg ik nieuwe klanten.”
“Ook voor mijn bestaande klanten was het gunstig dat er een tweedehands winkel bestond. Vaak staan vrouwen te twijfelen of ze iets zullen kopen of niet. Misschien vinden ze het na een tijdje niet meer leuk. In die gevallen zeg ik dan terloops, dat ze de kleren die ze na een tijdje niet meer nodig hebben, altijd nog tegen een geringe vergoeding bij de buren kunnen brengen. ‘Bovendien’, zo voeg ik er dan aan toe, ‘maakt u op die manier ook andere mensen nog een keer blij’. Soms is dat net het zetje wat mensen nodig hebben om iets te kopen.”
“Conclusie? De tweedehands winkel is een concurrent, waar ik eigenlijk alleen maar voordeel van heb gehad.”
Martine van Eijk