Wat is je eerste gedachte bij het woord ‘probleem’? Dat het om één variabele zou gaan: de werkelijkheid. De dingen zoals ze zijn. Een vervelend kind, hoofdpijn, een irritante baas. We ervaren een probleem in eerste instantie als ‘iets’, een verschijnsel, dat ons het leven zuur maakt. We beseffen heel goed dat dat ‘iets’ ook iets kan zijn wat we zelf doen, een gedachte die we hebben, een ding dat ons dwarszit. Maar of het probleem nu van buiten of van binnen komt, we ervaren het primair als één ding. ‘Het probleem.’ Alsof je het vast kunt pakken. Maar is dat wel zo?
In onze overtuiging is een probleem is niet één ding; een probleem bestaat uit twee dingen. Altijd. Een probleem is per definitie een tegenstelling tussen een verwachting en een feit. Wanneer ervaren wij iets als een probleem? Als de door ons waargenomen werkelijkheid, de feiten zoals wij ze waarnemen, niet overeenstemmen met onze verwachtingen, als dat-wat-is strijdig is met dat-wat-zou-moeten-zijn.
Als je een probleem wilt laten verdwijnen - of je het nou wilt oplossen, loslaten of omdenken - zul je moeten beginnen met het onderzoeken van de feiten. Dat klinkt simpel, maar is meestal nog niet zo eenvoudig. De komende weken vertellen we je in onze omdenkverhalen op zondag meer over de feiten onderzoeken en waarom dat zo belangrijk is als je wilt omdenken.
We worden voortdurend geconfronteerd met problemen. Van zeer onbenullig tot uiterst zorgwekkend. Je bestelt bij een webwinkel een T-shirt maatje M. Wat sturen ze op? Maatje L. Irritant. De huurauto waarmee je op vakantie zorgeloos hebt rondgereden, blijkt bij inlevering opeens een deuk te hebben. Shit. En je had uitgerekend deze keer bezuinigd op een aanvullend allriskverzekeringspakket. Stom, stom. Je dochter is al een tijd abnormaal druk. Wat is er aan de hand? Zou ze ADHD hebben? Of gepest worden? Of in een zoveelste ‘fase’ zitten? Met je bedrijf gaat het niet goed, de omzet loopt het eerste kwartaal 40 procent terug vergeleken met vorig jaar. Wat is er aan de hand? Je voelt de laatste weken een raar knobbeltje op je hoofd. Zou het een tumor zijn? Misschien wel, misschien niet. Maar ja, hersentumoren zitten wel in de familie. Zorgwekkend.
Wat is onze eerste neiging als we met een probleem te maken krijgen? We willen ervanaf. Problemen zijn vervelend. De meest voor de hand liggende strategie om het probleem kwijt te raken is het op te lossen. Maar soms is dat helemaal niet nodig.
Onderzoeken klinkt simpel, maar het is oneindig veel ingewikkelder dan het lijkt.
Frans woont in Utrecht en moet in Arnhem een sollicitatiegesprek voeren. Frans heeft bedacht met de trein van 12.54 uur te gaan. Met die trein zou hij voldoende speling hebben om ruim op tijd te zijn. Wat gebeurt er? Als Frans van huis wil wegfietsen, blijkt zijn fiets gestolen te zijn. In allerijl rent hij naar de bushalte en neemt de bus, maar tot zijn grote frustratie weet hij al voordat hij op het station is, dat hij de trein van 12.54 uur niet zal halen. Op zijn mobiel checkt hij wanneer de volgende trein gaat. Een halfuur later, 13.24 uur. Shit. Waarschijnlijk is hij nu te laat voor zijn sollicitatiegesprek. Gefrustreerd sjokt Frans de stationshal binnen. Voor de zekerheid kijkt hij nog even naar de borden met vertrektijden. Wat blijkt? De trein naar Arnhem heeft vertraging. Hij zal om 13.01 uur vertrekken. Frans trekt een sprintje, haalt de trein en is alsnog op tijd voor zijn sollicitatiegesprek.
Wat is hier gebeurd? Hier is – in de beleving van Frans – een probleem daadwerkelijk verdwenen. Niet doordat de feiten zelf veranderd zijn, maar doordat Frans besloot om de feiten eerst nog eens te onderzoeken. In de beleving van Frans zijn de feiten wél veranderd. En is daardoor het probleem dus verdwenen.
Om te bepalen of er een probleem is, is nauwkeurig onderzoek dus van groot belang. Wij denken nogal eens dat er een probleem is terwijl het er bij nader onderzoek helemaal niet hoeft te zijn. Dat T-shirt maatje L dat je per ongeluk opgestuurd kreeg: wie weet is het een wat klein uitgevallen model, eigenlijk een M, en past het je dus prima. Hoe kom je daarachter? Door eerst de werkelijkheid te onderzoeken. Door het T-shirt te passen. Of wie weet is het wél een maatje L, maar ben jij in de tussentijd zelf gegroeid. Heb je misschien wel een probleem met je gewicht, maar het T-shirt zit je in elk geval als gegoten.
En die huurauto waar bij inlevering een deuk in zat? Misschien moet je eerst even onderzoeken of die deuk er van tevoren niet al in zat. Zo ja? Niets aan de hand. De omzet die met 40 procent terugliep? Doe eerst grondig onderzoek. Wie weet kloppen de cijfers niet. Of, wie weet, is de hele branche met 50 procent teruggelopen. Doe je het dus in vergelijking eigenlijk heel erg goed. En die tumor op je hoofd die je denkt te hebben? Neem je angst serieus. Niet door in paniek te raken, maar door het te onderzoeken. Te kijken of er wel een probleem is. Mogelijk blijkt na onderzoek in het ziekenhuis dat er niets aan de hand is en er een onschuldig vetbultje zit.
Aan de hand van deze ogenschijnlijke simpele en voor de hand liggende voorbeelden denk je nu wellicht dat het onderzoeken van de feiten gemakkelijk is. Het is echter oneindig veel ingewikkelder dan het lijkt. Daar zijn meerdere redenen voor.
De eerste reden heeft ermee te maken dat we vaak geen idee hebben over wiens probleem we het hebben. Aan de vraag ‘wat is het probleem’ gaat eigenlijk een vraag vooraf: over wiens probleem praten we eigenlijk?
Als in een gezin met vader, moeder, zoon (15) en zoon (9) de oudste zoon MDMA verhandelt, zijn jongere broer erachter komt en het vader en moeder dreigt te vertellen, maar zijn oudere broer hem bedreigt om dat niet te doen (‘anders sla ik je verrot’), waarop de jongste zoon in paniek raakt, problemen op school krijgt, het uiteindelijk aan zijn leraar vertelt, de ouders via die weg erachter komen wat er aan de hand is en de oudste zoon dreigen aan te geven bij de politie, waarop die op zijn beurt besluit van huis weg te lopen... Wie heeft dan in deze situatie welk probleem? Vader, moeder, de beide zoons en de leraar: ze hebben ieder in en met deze situatie hun eigen specifieke problemen. Wie als gezinstherapeut in zo’n situatie wil interveniëren, moet zichzelf dan ook voortdurend de vraag stellen: over wiens probleem praten we? Zo’n gezin is geen probleemgezin, maar een problemengezin.
Door te bepalen wie de probleemhebber is, bepaal je in sterke mate wat het probleem is. Als het tijdens je vakantie een paar dagen achtereen regent, kun jij dat als een probleem ervaren. Maar een boer kan dezelfde regen – als het een lange periode erg droog geweest is – juist als een zegen ervaren.
Om die reden bestaat dus ook per definitie niet het probleem van ‘de file’. Er is pas een probleem als er een probleemhebber gedefinieerd is. Voor een forens is de file een heel ander vraagstuk dan voor een politicus, wegenbouwer of benzinestation. Voor mensen die hun geld verdienen met filemeldingen zou het juist een probleem zijn als er geen files meer zouden zijn. De files zijn hun bron van inkomsten. Het is hun raison d’être.
Waarom het zo belangrijk is om te definiëren wie de probleemhebber is, heeft alles te maken met het vraagstuk van de verantwoordelijkheid. We zijn nogal eens geneigd de last op de verkeerde plek te leggen: onze eigen last te verleggen naar de ander of de last van de ander (ongevraagd) over te nemen. Het zou een stuk eenvoudiger worden als we met elkaar helder zouden definiëren wie de probleemhebber is van welk probleem.
Volgende week duiken we hier verder in. Als duidelijk is van wie het probleem is, hoe dan verder met het onderzoeken van de feiten? En we identificeren nog een reden waarom we het zo lastig vinden om de werkelijkheid te onderzoeken.
Ben je geprikkeld en kun je niet wachten tot volgende week om verder lezen? Lees dan Bertholds boek 'Zoals verwacht loopt alles anders'. Hierin lees je nog veel meer over feiten en verwachtingen onderzoeken en hoe je daarmee een probleem kunt laten verdwijnen.
Dit boek biedt een instrument om met elk probleem - van de dagelijkse ergernissen tot de grote tragedies van het leven - om te gaan. Het is een handleiding waarmee je een probleem kunt laten verdwijnen of (in sommige gevallen) kunt omdenken. Stap voor stap laat het zien hoe je elk probleem op een constructieve manier kunt aanpakken. Ook de Omdenkmatrix komt aan bod, een handig hulpmiddel om los te laten op die hardnekkige problemen waar je maar niet vanaf komt.
Iedere zondag lees je op deze website een Omdenkverhaal. Kom je zelf zo'n verhaal tegen? Bijvoorbeeld in de krant, op je werk, thuis of online. Of heb je zelf iets omgedacht dat perfect past tussen alle Omdenkverhalen op deze website? Laat het ons dan vooral weten, want we zijn altijd op zoek naar fraaie voorbeelden. Mail jouw verhaal of tip naar contact@omdenken.nl. Dank je wel!
Wil je deel 2 van de omdenkverhalen over feiten onderzoeken niet missen? Schrijf je dan nu in voor onze nieuwsbrief en je vindt iedere zondagochtend een grappig, creatief of inspirerend verhaal in jouw mailbox.