Soms heb je van die omdenkverhalen waarvan je denkt: is dit nou omdenken? Dit kan toch iedereen bedenken? Maar zo simpel is het meestal niet in de weerbarstige praktijk. Je zit vaak vast in je eigen referentiekader, ziet niet alle feiten en kunt die niet meer scheiden van jouw verwachtingen. Vandaag een voorbeeld van zo'n omdenkverhaal over bewegen op school.
We weten al heel lang dat kinderen te weinig bewegen. De Volkskrant schreef in 2018 al over het onderzoek van de Inspectie van het Onderwijs naar de bewegingsvaardigheid van leerlingen in het basisonderwijs. Die resultaten waren niet best. Ze konden bijvoorbeeld minder goed touwzwaaien, mikken op een basket of gooien met een bal in vergelijking met 2006. En in 2006 waren de resultaten al slechter dan in de jaren 80 van de vorige eeuw. Een woordvoerder van de PO-raad zei naar aanleiding van de zorgelijke conclusies van het onderzoek in 2018: 'Van jongs af aan op een speelse manier leren bewegen is belangrijk voor de gezondheid en prestaties van kinderen. Als ze er jong mee beginnen, profiteren ze daar hun hele leven van.'
We hebben de natuurlijke bewegingsbehoefte van kinderen veel te lang onderdrukt.
Een ander probleem: beweeglijke kinderen in de klas. Steeds meer kinderen vinden het lastig om tijdens de lessen stil te moeten zitten. Ze moeten ook steeds meer uren op school op een stoel doorbrengen. Friemelkubussen, pop-its of fidget spinners zouden moeten helpen om al die beweeglijke wiebelaars toch bij de les te houden. ‘We hebben de natuurlijke bewegingsbehoefte van kinderen veel te lang onderdrukt’, stelt lector Bewegen in en om School Mirka Janssen in de Volkskrant. ‘Daardoor zie je steeds meer kinderen met gedragsproblemen, denk aan de drukke jongetjes in de klas.' Als je deze twee problemen zo na elkaar hoort, gaat er dan niet een lichtje branden? Hier zit toch een prachtige nieuwe mogelijkheid in?
Wat zijn de feiten? Kinderen voelen blijkbaar wel de behoefte om te bewegen maar doen dat veel te weinig. En bewegen is juist goed voor de concentratie! Mirka Janssen weer: 'We moeten niet bang zijn dat kinderen minder leren als ze meer bewegen. Sterker nog, uit onderzoek weten we dat regelmatig bewegen de werking van de hersenen stimuleert en dat kinderen zich na een beweegmoment juist beter kunnen concentreren.’ In Amsterdam zijn er nu gelukkig steeds meer scholen die de mogelijkheden zagen en tussen de lessen door én tijdens de lessen veel meer bewegen. Niet alleen een uurtje gymmen per week, maar ook dansen, springen en klimmen. Zowel binnen als buiten op het schoolplein. ‘Veel volwassenen gaan na een hele dag achter de computer zitten een uur sporten. Maar het is juist de afwisseling waarvan je lijf en hoofd profiteren.’ vertel Mirka. Deze zogenaamde "Dynamische Schooldag" wordt nu uitgebreid van zes naar maar liefst tachtig Amsterdamse basisscholen.
Hoe ziet een dynamische schooldag er precies uit? In de Volkskrant wordt een les op de Louis Bouwmeesterschool in stadsdeel Nieuw-West beschreven. In groep 4 wordt door de leerlingen wild gedanst op One Direction. Totdat de juf de videoclip pauzeert. Alle kinderen rennen terug naar hun tafeltje om rijtjes woordjes te leren, in opperste concentratie. Totdat de muziek weer aangaat en iedereen opspringt om verder te dansen.
Even later staat rekenen op het programma. De leerlingen mogen allemaal naar de gang waar een getallenlijn van 1 tot 100 hangt. Iedereen krijgt van de juf een getal waar ze met een afgesproken aantal sprongen uit moeten komen. Zowel de juf als de kinderen vinden het veel leuker om op deze manier te rekenen dan dit zittend in de klas doen.
Nog een voordeel van de dynamische lessen: de tachtig basisscholen in Amsterdam die deze lessen zullen gaan geven, liggen allemaal in Amsterdamse stadsdelen waar de zogenaamde "beweegarmoede" onder kinderen het grootst is. In sommige stadsdelen haalt maar liefst 75% van de kinderen de richtlijn van minimaal 1 uur per dag matig intensief bewegen niet. Overigens zit in heel Amsterdam 60% van de kinderen onder die norm en heeft 1 op de 5 kinderen overgewicht of obesitas. Meer bewegen is dus hard nodig. 'Ons uitgangspunt is dat de beweegmomenten op school optellen tot een uur per dag, omdat de verschillen na schooltijd tussen kinderen zo ontzettend groot zijn.' legt Mirka uit. Want niet ieder kind heeft zomaar toegang tot een sportclub of de mogelijkheid om na schooltijd nog veel te bewegen. Een win-win-situatie dus als iedere basisschoolleerling op school dat uurtje matig intensief bewegen al haalt. Niet alleen beter voor je lijf maar dus ook nog eens beter voor je hoofd.
Iedere zondag lees je op deze website een Omdenkverhaal. Kom je zelf zo'n verhaal tegen? Bijvoorbeeld in de krant, op je werk, thuis of online. Of heb je zelf iets omgedacht dat perfect past tussen alle Omdenkverhalen op deze website? Laat het ons dan vooral weten, want we zijn altijd op zoek naar fraaie voorbeelden. Mail jouw verhaal of tip naar contact@omdenken.nl. Dank je wel!